1 |
uit de familie bijbel (Algemene bron) |
Salomon ten Bokkel Huinink schreef in de familiebijbel het volgende: Ik, Salomon ten Bokkel Huinink ben geboren te Aalten den 23 december 1768. Uit het huwelijk van Hendrik Huinink en Gezina ten Bokkel en gedoopt den 26 dito. Een ouder zuster Berendina Alida Huinink den 20 september 1763 geboren en getrouwd den 3 april 1782 met Arnold Hesselink. uit welk huwelijk zijn gesproten de volgende kinderen: Adolph geboren den 3 maart 1783 dat zelfde jaar 20 weken oud zijnde overleden 25 juli zelfden anni. Een Zoon geboren 6 februari 1785 overleden 12 dito. Hendrika Gezina Hesselink geboren den 18 september 1786. getrouwd den 15 sep: 1805 met Herman Schotman geboren te Dalfsen. Adolph geboren den 27 July 1789. Een Zoon geboren den 10 december 1792. overleden den 16 dito. Catharina Maria geb: den 9 July 1794. Mijnen Vader Hendrik Huinink geboren dan 13 Februarij 1717 uit Wolter Huinink en Ida Siebelink verloor ik den 20 Meij 1781 door den dood, veroorzaakt door Waterzucht. Van mijne Moeder wordt ik in 1782 toevertrouwd aan het onderwijs van Jan David Jagemann Apoteker te Aalten, waar ik de eerste gronden leerde der latijnsche taal. In de maand Januarij des jaar 1784 wordt ik naar de Latijnsche school van Doesburg gezonden. Was in huis en kost bij Johannes Bremer en genoot 1- jaar de lessen van den Conrector Abraham Moranrian Labry, daarna een jaar die van den Rector Bernardus Camphuizen behalve dat ik in de Hebreeuwse taal bijzonder onderwijs genoot van den praeceptor Johan Philips Jungst. In september des jaars 1786 werdt ik naar de Academie gezonden was daar gedurende 4- jaar . Mijne moeder liet de keus eener Academie aan mij vrij en ik verkoos de Geldersche te Harderwijk, was daar te huis bij E. Verhoef, Mr Timmerman op den Brink, at aan zijnen tafel de eerste jaren doch in het laatst bij eenen Klinkhamer daar hoorde ik de lessen in de Wijsbegeerte van Bernards Nieuwhof in het Grieks van de Boer in het Oostersch van Evardy Scheider en de Godgeleerdheid van Johannes Hermannnes Schacht en Herman Muntinghe. Den 3 April des jaars 1791 verliet ik Hardewijk en. Wordt den 4 Meij deszelven Jaars 1791 Proponent onder de Erw: Classis van Zutphen. den 6 junij deszelven jaars wordt ik eenparig in de gemeente van Laren tot Predikant beroepen. den 10 Augustus 1791 wordt ik op peremptoir geexamineerd aan aan de gemeente van Laren toegewezen Werwaards ik vertrok den 27 september deszelven jaars en den 2 October bevestigd werd door Ds B.W.W. Van Eeten Predikant te Aalten met I Tim: III: V doende smiddags mijn intrede met Matth XVII 3b Ziet verder op de vorige bladzijde bij de letter A Den 24 Juny des jaars 1792 begaf ik mij in de Echt met Anna Lindeman Oudste dochter van Jan Hendrik Lindeman en Johanna Wilhelmina van Huet geb den 22 November 1768. Te Zutphen. Uit dit huwelijk zijn gesproten 1 Een dochter geb: den 18 Augustes 1793 savonds voor 5. gedoopt den 15 september en genaamd Hendrika Gezina naar mijn beide ouders Hendrik Huinink en Gezina ten Bokkel. 2 Een zoontjen half voldragen en dood ter wereld gekomen den 9 Jann 1795. 3 Een zoontjen dood ter wereld gekomen den 9 Febr: 1796 4 Een zoon geb: den 31 January 1797. Savonds over tien uuren. gedoopt den 19 February en genaamd Jan Hendrik Willem naar onze beide ouders Jan Hendrik Lindeman en Johanna Wilhelmina Van Huet. Dit kind stierf den 20 April 1797 op eenen donderdag v middag te een uur oud elf weken en twee dagen. 5 Een Zoon geb: den 13 Augustus 1798 te half elf uuren. gedoopt den 2 September en genaamd Wolter Salomon naar mijne twee Grootvaders Wolter Huinink en Salomon ten Bokkel. 6 Een Zoon geb den 4 december 1800 Savonds quartier over agt gedoopt den 26 December en genaamd Jan Hendrik Willem naar Jan Hendrik Lindeman en Johanna Wilhelmina Van Huet onze ouders zie verder van Onze Kinderen op de voorgaande Bladzijde Jan Hendrik Lindeman en Johanna Wilhelmina van Huet, Ehel: hebben thands van 8 kinderen, bahalve mijnen vrouw, nog in leven. Nicolaas Lindeman geb: den 29 Meij 1770 Jan Willem Martijn Lindeman geb: den 12 Maart 1789 gestorven te Groningen als proponent onder de Classis van Rolde, ziek geworden den 20 September 1815 overleden den 9 November 1815 aan de Zinkkoortsen en begraven door bezorging van Prof.H.Muntinghe in de Academische kerk aldaar op den 13 den November 1815 Jan Lindeman geb: 21 September 1772 gestorven den 24 Augustus 1784 Johanna Aleida Lindeman geb: den 13 January 1775 den 11 Mey deszelven jaar overleden. Anna Maria Lindeman geb: den 28 Mey 1776 overleden 29 February 1778 Johanna Aleida Lindeman geb: den 15 July 1781 overleden den 30 July 1788 Jan Lindeman geb: den 23 November 1784 overleden den 27 December 1787 Mijne Moeder Gezina ten Bokkel werdt geboren uit Salomon ten Bokkel en Catharina Maria Smits den 14 February 1735. Mijn Schoonvader Jan Hendrik Lindeman werdt geboren uit Jan Lindeman en Anna Wijers den 26 February 1747 overleden 13 July 1802 Oud 55 Jaar 4 maanden 17 dagen Mijn Schoonmoeder Johanna Wilhemina van Huet werdt geboren uit Nicolaas van Huet en Janneken van Gunsten den 15 February 1747 Vervolg der Aantekeningen van de Kinderen van Salomon ten Bokkel Huinink en Anna Lindeman, ziet van den voorgen de tegenzijde van dit blad 7 Eene Dochter Geboren den 19 November 1802 Savonds te half zes uuren gedoopt den 12 december en genaamd Johanna Wilhelmina Margareta naar onzen Oom en Tante Jan van Huet en Johanna Wilhelmina Lebbink 8 Eene Dochter Geboren Dinsdag den 4 december 1804. Snachts precies te half twee uuren. gedoopt den 30 December en genaamd Catharina Maria naar mijne Grootmoeder Catharina Maria Smits in leven huisvrouw van Salomo ten Bokkel. 9 Een Zoon Geboren Saturdag den 27 September 1806. Snachts te half twee uuren gedoopt den 19 October en genaamd Hendrik naar mijn geliefden Vader Hendrik Huinink. 10 Een Zoon Geboren Vrijdag den 11 November 1808 Savonds tusschen acht en negen Uren doch daar dit kindje tegennatuurlijk met de beenen namelijk eerst geboren werd, zo bezweek het onder de smarten des geboorte, en is Maandag den 14 dito bijgezet in de Kerk te Winterswijk. Onze drie voorge Zoontjes rusten in Larenschen grond. 11 Een Zoon Geboren woensdag den 13 February 1811. Smorgens quartier over vier Uren, gedoopt den 13 Maart en genaamd Jan Adam naar onzen Grootvader Jan Lindeman en Oom Jan van Huet en onzen Oom Adam Lindeman. Mijne Dochter Hendrika Gezina ingeschreven te Winterswijk den 17 February 1820, getrouwd den 3 Maart 1820 met Jan Tenkink, Zoon van Harman Jan Tenkink en Johanna Hendrika Arentsen beide overleden, geboren den 3 Meij 1787. Weduwnaar van Aaltjen Gelink dochter van Harmen Jan Gelink en Gezina Hibbelink. En vader van Ziet den Tweede pagina hier na A Vervolg van de volgende Bladzijde van mijne Lotgevallen Ik werd den 27 July 1803 te Winterswijk met Groote Meerderheid beroepen Nam dat beroep drie weken in beraad nam het aan den 16 Augustus, predikte afscheid te Laren den 2 October 1803 (juist 12 jaren na mijn intrede) des middags met Ephef III 14 21. Om deze oorzaak vertrok hier op den 5 October naar Winterswijk Werd aldaar bevestigd door mijnen Ambtsgenoot O.H. Ketjen met 1 Thess.V.12,13. Wij bidden U Broeders erkent enz. den 9 October 1803, waarop des agtermiddags van denzelfdendag mijn dienstwerk aanvaardde met het voorbeeld der Apostelen in Leer en Leerwijze voorstellende met Handel V 42. Ik werd den 24 Maart 1807 eenparig beroepen tot predikant van Rekken en Vreden, nam deze beroeping in beraad tot dat de Minister van Financien zich omtrent de approbatie zou hebben verklaard, deze mij den 24 April ter hand gesteld zijnde bedankte ik vriendelijk die Gemeente den 28 April en verbond mij opnieuw aan de Gemeente van Winterswijk den 3den Mei 1807 met Johann: VII 46. Nooit heeft een mensch alzo gesproken als deze mensch. Ik verloor mijne zoo teeder geliefde en liefhebbende Moeder op Zondag 29 Maart 1818 's Morgens half twaalf uur aan verval van krachten, vooral sedert de jongste 5 weken in den ouderdom van 83 jaar 1 maand 16 dagen. Zij ruste in Vrede en op het Veld eener Zaligen opstanding vinde ik ook eens mijne onvergetelijke en brave Moeder weder !! Donderdag den 2 April 's morgens - 6 uur werd zij bijgezet naast haar man, mijn eeuwig dierbare Vader!! Ziet twee pagina's van voren Johanna Hendrika Tenkink geboren den 31 Augustus 1819 overleden den 20 April 1820 bijgezet den 22 dito te Winterswijk. Harmen Jan Albert Tenkink geboren den 28 Mey 1814 Aaltjen Gelink was geboren den overleden den Uit het huwelijk van Jan Tenkink met Hendrika Gezina ten Bokkel Huinink zijn geboren. 1821 den 27 Maart Smiddags kwartier voor drie Uur Eene Dochter genaamd Anna Aletta gedoopt den 1823 den 7 Juny Snachts te - vier Een Zoon genaamd Harmen Jan gedoopt den 3 Augustus Jan Adam ten Bokkel Huinink schreef in de familiebijbel het volgende: Mijn hartelijk geliefden Vader Salomon ten Bokkel Huinink geboren te Aalten den 27 December 1768 uit het huwelijk van Hendrik Huinink en Gezina ten Bokkel Overleden te Winterswijk den 2 september 1826 Smorgens circa vijf Uren aan de gevolgen eener Zenuw Zinkings Koorts, liet na zijne diep bedroefde Wed. Anna Lindeman, en Zeven Kinderen. Mijne dierbare en hartelijk geliefde moeder Anna Lindeman, dochter van Jan Hendrik Lindeman en Johanna Wilhelmina van Huet, geboren te Zutphen den 22 November 1768 is, zoo ik hopen en geloven mag in den Heere ontslapen te Winterswijk den 27 April 1828 en alzoo in den Ouderdom van bijna 60 Jaren. Ik Jan Adam ten Bokkel Huinink, Jongste Zoon van Salomon ten Bokkel Huinink en Anna Lindeman ben geboren te Winterswijk den 13 February 1811 en heb mijne eerste opleiding te Winterswijk ontvangen. Aldaar nl ben ik door mijnen lieven Vader zelve tot Zijnen dood toe, in de eerste gronden der Latijnsche taal onderwezen, heb die Studie na zijnen dood een Jaar lang bij Ds. Entink te Bredevoort voortgezet, ben vervolgens in het begin van het Jaar 1827 naar de Latijnsche school te Doesburg vertrokken en vandaar na een driejarig verblijf in Augustus 1830 naar de Academie te Utrecht en alwaar ik (na gedurende nagenoeg een Jaar (van 1830 Sept 1831) tijdens de Belgische Onlusten met de Utrechtsche Studenten uitgetrokken zijnde en als Jager gediend hebbende) , mijnen Studien onder de Theologischen Professoren Jodocus Heringa, Herm.Bouman & Joh.Henr.Rooijaards in den Jaren 1836 voleindigd heb hoewel eerst door opgedaan gemoedelijk bezwaar en opzien tegen het Leeraarsambt, den 2 den Augustus 1838 voor het Provinciale Kerkbestuur van Overijssel te Zwolle het Proponents examen over mij is afgelegd. Na twee Jaren proponent te zijn geweest ben ik voorts na voor het eerst op eene plaats van vrij beroep gepredikt te hebben (te weten in Sprang in Noord Brabant); aldaar met schier eenparigen Stemmen tot Predikant beroepen in de maand Sept. 1840; en heb aldaar na aanneming des beroeping den 21 sten Maart het Leeraarsambt aanvaard. Op den 13 den October 1840 ben ik met mijne lieve & volle Nicht Anna Hendrika Lindeman, dochter van mijnen Oom van moederszijde Nikolaas Lindeman & Berendina Graauwert in het huwelijk getreden en is ons te Sprang in Noord Brabant 1. Het eerst geboren een Zoon en wel den den 18 den Aug 1842. Doch dit lieve kind (zaliger gedachtenis) heeft ons den Heer deszelven Jaar den 17 den Dec. weder ontnomen en ligt te Sprang begraven, waar een steen Zijn lijkgebeente dekt. Dit kind was genaamd Salomon Anne . 2. Een tweede Zoon wederom Salomon Anne is ons voorts den 26 Januarij te Sprang geboren. 3. Vervolgens is ons te Veenendaal in de Prov.Utrecht een meisje geb. op den ..... genaamd Bernhardina Nicolade, doch ook aldaar wederom hetzelfde Jaar den 24 sten Dec. overleden. 4. En eindelijk is ons nog te Veenendaal een Zoon geboren op den 18 den Februarij 1849 genaamd Nicolaas Bernhard. Den 16 Sept. 1852 heeft het den Here behaagd mij mijne eeuwig dierbare onvergetelijke vrouw Anna Hendrika Lindeman weder door de dood ontnomen na eene hoogst allergelukkigste echtvereeniging van schier twaalf Jaren en Staarde nu deze mijne hoogstbeminnelijke gade in de gewesten der Eeuwigheid na, trouwens echter geenszins als degene die geen hope hebben, maar integendeel in het geloof de goede en gegronde hope dat ik haar eenmaal zeker, bij den Here in wien zij ontslapen is, zal wedervinden & met haar voor eeuwig en altoos den Drieeenigen en Volzaligen God, die hier na zijn eeuwig onbegrijpelijke en onderscheidene liefde en genade boven niet levende anderen aan ons dezelve betoont en groot gemaakt heeft, te verheerlijken. De laatste woorden mijner teeder geliefde stervende vrouw zijn geweest "Nog even slechts weinige oogenblikken en ik ben voor eeuwig thuis" Berkel 16 Febr. 1853 J A t B Huinink. Mijne lieve vrouw was geboren gelijk ik hier tenslotte nog bijvoeg te Zutphen den 6 Dec. 1808 en heeft alzoo slechts de ouderdom van 43 jaar en 9 maanden bereikt. (Job I vers 21b) Vervolg Zevenbergen Aug 1778, In 1856 is mijn geliefde Vader voor de tweede maal in het huwelijk getreden met Mejufrouw Louisa Anna Maria Eijkman, dochter van Ds.J.C. Eijkman en Mejufrouw Maria Molemans. Uit dit huwlijk zijn gesproten I Een zoon geboren te Doornspijk den 20 Juni 1857 genaamd Anne Hendrik naar mijne moeder Anna Hendrika Lindeman (wordt opgeleid in de boekhandel) II Een Zoon geboren te Ee (Friesland) den 29 Januari 1859 en genaamd Johannes Christiaan naar zijn grootvader Ds.J.C. Eijkman. (nu Med.Student te Groningen) III Een Zoon Jan Hendrik Willem geboren te Oud Alblas den 26 Januari 1861 en genaamd naar Oom J.H.W. ten Bokkel Huinink Notaris te Neede. (nu opgeleid voor den handel) IV Een Zoon Jan Adam geboren te Oud Alblas den 22 November 1862 en genaamd naar onzen Geliefden Vader. V Een Zoon Dirk geboren te Oud Alblas genaamd naar Ds.D.Bresser predikant te Strijen (een oud vriend van Vader VI Een Zoon Abraham Johannes geboren te Waspik den 16 November 1866 en genaamd naar zijnen Oom A.J.Eijkman predikant te Groningen. Den 31 December 1866 is onzen geliefden Vader te Waspik overleden des namiddags ten vier ure in den ouderdom van bijna 56 jaren ten gevolge van een zenuwberoerte. NB dit vervolg is geschreven door N.B. ten Bokkel Huinink (1849) geschreven op 1 Augustus 1878 te Zevenbergen. | |
hierin |
Salomon ten Bokkel Huinink (*1768-†1826) | |
Wolter Huijnink (-) | |
Dossier: |